Smit Draad
Draadwals (1926)
Thomas Rosskopf (1880-1953)
De oprichter van Smit Transformatoren, Draad, Weld en Ovens
Professor Nolen (1938)
Beproeving oude gramme dynamo bij TU Delft
Smit Draad (1921-1927)
Kijkje in de Draadfabriek
Transformatoren
Smit Slikkerveer 1912
Smit Gas Generatoren
1965-1969
Smit Transformatoren
Spoelenmontage 1921
Smit Slikkerveer
Wereldtentoonstelling Brussel 1910
Smit Transformatoren (1916)
4000 kVA transformator
Smit Slikkerveer
Generator 1500 kW (1913)
Thomas Rosskopf
Excursieleider KIVI bij Smit Slikkerveer (1911)
Smit Slikkerveer
Elektrische centrale Tandjong Priok (1895)
Smit Transformatoren
Montage in de bak van een 4000 kVA transformator (Amsterdam 1916)
Smit Elektroden
Laselektroden afdeling 1935
Smit Draad
Vrouw aan de omspinmachine (1926)
Het vervoer van transformatoren d.m.v. paardentractie (Smit Transformatoren 1913-1915)
Dit duurde weken...
Hoogte Kadijk
Transformatoren (1936)
Willem Benjamin Smit (1860-1950)
Elektriciteitspionier en grondlegger van de Smit bedrijven in Nederland
Smit Ovens
Vervoer van een grote oven per slede (Groenestraat Nijmegen 1936)

Laatste updates

Giethars transformatoren

De droge vermogens transformator

Dit begrip is ook typische vaktaal uit de wereld van de elektrische energietechniek. Men is helemaal gewend aan transformatoren gevuld met olie. Geen olie, dat was in die wereld, was dus iets bijzonders. De meeste transformatoren, zoals in allerlei huishoudelijke apparatuur, bevatten geen vloeistof en zijn echt droog.
De elektrische isolatie van vermogens transformatoren was altijd gebaseerd op olie en papier. De uitvinding van giethars maakte een transformator mogelijk zonder olie; een droge transformator dus. Dit is vooral belangrijk op plaatsen waar je geen brand of lekkages wilt, zoals in de kelder van een kantoorflat of ziekenhuis, bij een chemische fabriek of op schepen. Er is er ook geen speciale lekbak onder de transformator meer nodig.
Elk voordeel heeft zijn nadeel. De prijs is wat hoger en de spanning was toen beperkt tot 24 kV. De elektrische isolatie tussen de laag- en hoogspanningswikkeling bestaat ook uit lucht en dat is nu eenmaal de zwakste schakel. De olie heeft ook een koelende functie en lucht koelt nu eenmaal veel slechter dan olie. Het vermogen van een droge transformator was toen ook beperkt tot zo’n 2 MVA. 

 
Giethars werd in eerste instantie gebruikt bij de fabricage van meettransformatoren in Ede en dat was Smit Ede. Het was dan ook een logische stap om de ontwikkeling en fabricage van gietharstransformatoren in Ede te concentreren. Daar zat de kennis en kunde van het werken met giethars. De laagspanningswikkeling werd gewikkeld van koperfolie. De isolatie tussen de windingen bestond uit papier wat voorzien was van een laklaag en werd mee gewikkeld met het koperfolie. Het geheel werd in een mal gemonteerd en dan onder vacuüm ingegoten met giethars.

De hoogspanningswikkeling werd gewikkeld van ronde gelakte koperdraad. Tussen de draden zat voldoende open ruimte, want de giethars moest overal kunnen komen bij het gietproces. Je wilt geen holtes in het giethars. Holtes kunnen leiden tot ontladingen en dus falen van de transformator. De regelwikkeling werd over de hoogspanningswikkeling gewikkeld en tegelijk mee ingegoten.
Nettransformatoren waren al gestandaardiseerd in vermogen en spanning. De variatie in transformator types was in de zestiger jaren dus al beperkt. Je hebt dus maar een beperkt aantal dure gietmallen nodig om de hele range in spanning en vermogen te kunnen maken. 
De laag- en hoogspanningswikkeling zijn nu “gewoon” twee cilinders die je over elkaar heen monteert. Het bouwen van de transformator lijkt veel op het werken met Lego, alleen de gewichten zijn een stuk groter.

De transformatoren werden verkocht onder de naam Resitra®. De droge transformator sluit goed aan bij de systemen die Hazemeyer en Coq leverden. Na de fusie tussen Smit en Holec liepen de klantcontacten dan ook veel meer via die bedrijven. 

Lees meer

Fritz Tauber - een verhaal over een Joods technisch tekenaar die door door de directie van Smit Transformatoren uit Kamp Westerbork werd gehaald (1942).

Fritz Tauber (1906-2004) was een legale Joodse emigrant die in 1938 vanuit Oostenrijk naar Nederland vluchtte vanwege het opkomende Nationaal Socialisme.Fritz Tauber Hij vond werk bij Smit Transformatoren (tekenaar/constructeur) en werd op 18 november 1942 opgepakt door de Nazi's en samen met zijn vrouw naar kamp Westerbork gestuurd. De directeur van Willem Smit & Co (Rosskopf) deed verwoede pogingen om hem weer vrij te krijgen middels briefcorrespondentie en steeds maar weer inpraten op de Duitse leiding. Men stelde : "Zonder Frits kunnen we geen Transformatoren maken, hij is een essentiële schakel in het proces". Uiteindelijk resulteerde dit in de vrijlating van Tauber en zijn vrouw op 21 november 1942. Enkele maanden later doken zij onder. Na 2 jaar ondergedoken gezeten te hebben in Friesland volgde op 17 April 1945 de bevrijding. Na de bevrijding ging hij weer werken bij Smit Transformatoren, het bedrijf dat zo belangrijk voor hem en zijn vrouw was geweest.

Opmerkelijk is dat er dus 2 boeken zijn uitgegeven van de belevenissen van oud medewerkers van Smit Transformatoren tijdens WO II. Het andere boek is onlangs in Nederland uitgegeven "Dansen in schuilkelders" van Johanna Wycoff-de Wilde. Mochten er nog meer oorlogsboeken zijn uitgegeven die zich afspeelden bij Smit Transformatoren dan hoor ik dat graag. 

Hieronder het verhaal van Fritz Tauber:

Vlucht uit Oostenrijk / aan de slag bij Smit  (1938)
In 1938 kwam de Oostenrijker Fritz Tauber met zijn vrouw aan in Nederland, letterlijk uit zijn huis/land verjaagd omdat hij van Joodse afkomst was. Nederland was in WO I neutraal gebleven en hij had goede hoop dat wanneer het tot een oorlog zou komen Nederland weer neutraal zou zijn. Hij dacht in Nederland veilig te zijn, maar dat bleek een illusie.

Fritz Tauber had jaren gewerkt bij Siemens Schuckert en Elin A.G. in Wenen, als constructeur/technisch tekenaar. Bij Elin hield hij zich tot 1938 bezig met de constructie van de 150 kV regelschakelaars en dat was zeer interessant voor Smit die toen nog niet zover waren. Door contacten tussen de directie van Smit en Elin kwam Rosskopf erachter dat de constructeur Fritz Tauber - die hen zo goed had geholpen met een Regeltransformator - zijn baan kwijt zou raken vanwege zijn Joodse afkomst, daarnaast werd het voor Fritz veel te gevaarlijk in Oostenrijk. Er werd een contract getekend en Fritz Tauber kreeg een werkvergunning in Nederland. Hij emigreerde zo snel hij kon met zijn vrouw naar Nederland met 25 Gulden en een passer op zak. 

Siemens Schuckert en Elin waren in die tijd technisch een voorloper op het gebied van de Regeltransformatoren en daarbij kwam zijn kennis zeer goed van pas. Er werd een huis geregeld voor de familie Tauber midden in Nijmegen.

In een bovenwoning aan de Mariënburg 70 werden zij ondergebracht. Anno 2020 zien we dat deze bovenwoning in het monumentaal pand nog steeds bestaat en gelegen is rechts naast café restaurant Toon en boven café Faber dat nog steeds huisnummer 70 heeft. De exacte locatie komen we binnenkort te weten.


Tekenkamer Smit Transformatoren 1949. Bron: Personeelsblad Smit Transformatoren. Foto: Onbekend, bedrijfsfotograaf.

Lees meer

Meettransformatoren

Meettransformatoren - nodig om hoge spanningen en grote stromen te kunnen meten

1 Inleiding

Je kunt bij de doe-het-zelf winkel een eenvoudige multimeter kopen. ( zie fig 1 ) Je kunt dan spanningen, stromen en weerstanden meten en zoiets mag eigenlijk niet in je gereedschapskist ontbreken. Een luxere variant beschikt over een ampèretang. Je sluit de tang om de geleider en je kunt de stroom aflezen ( Fig 2 ). Je kunt dan heel eenvoudig spanning en stroom meten zonder steeds de spanning uit te schakelen om zo draadjes te moeten verplaatsen.

Multimeters hebben voldoende bereik en genoeg nauwkeurigheid voor eigen gebruik. De maximale stroom die je kunt meten is zo’n 10 Ampère en een maximale spanning zo’n 1000 Volt. Je ziet, wel voldoende voor thuis, maar veel te beperkt voor het elektriciteitsnet.

Je vraagt je natuurlijk af: Hoe doen ze dat dan daar??

2 Het meten van de spanning via de spanningstransformator

Je wilt weten hoe hoog de spanning is die op een doorvoering staat. Die spanning kun je niet zomaar met een draadje aansluiten op een Voltmeter. Je moet de hoge spanning eerst transformeren naar een lage en veilige waarde. Dat doe je dus met een spannings(meet)transformator. Die moet nauwkeurig zijn tussen ca 80% en 120% van de nominale spanning. Hogere en lagere wisselspanningen komen toch niet voor bij normale bedrijfsomstandigheden in installaties. Je wilt de spanning weten om het te kunnen regelen in het net, maar ook om te bepalen wat het vermogen is dat door de transformator omgezet wordt. In het hoogspanningslaboratorium bij Smit is wel een heel grote nauwkeurigheid vereist over een veel groter gebied. Voor de diepere theorie en normen verwijzen we naar Wikipedia: Spanningstransformator - Wikipedia 

Het is verder een “normale” transformator, alleen de stroom door de wikkelingen is heel klein. Deze transformator wordt nauwelijks belast en staat eigenlijk in nullast. De primaire ( zeg maar hoogspanning ) wikkeling heeft heel veel windingen van heel dunne draad.  De spanning over de wikkeling stelt hoge eisen aan de isolatie in de wikkeling zelf. De spanningsmeettransformator is daarom ook gevuld met olie ( zie fig 3 t/m fig 5).  

Zie ook : Stroom-transformator (1940 - 1950) (willemsmithistorie.nl)

De eerste spanningstransformatoren werden gewikkeld met katoen omsponnen koperdraad. Er is hierover helaas geen informatie meer te vinden. In een later stadium werd gelakt koperdraad gebruikt en papier als extra isolatie waar nodig. Als de olie warm wordt, dan zet die uit. Er kan dan in hoge druk ontstaan in het kastje. Je kunt de expansie van de olie opvangen in een conservator ( zie fig 5 ) . Dit is te vergelijken met het expansievat in de centrale verwarming. Een conservator kost geld en vraagt onderhoud. Een constructie zonder conservator is te prefereren.

Lees meer

Smit maakt de sprong van 220 kV --> 380 kV

Inleiding

Het koppelen van elektriciteitscentrales werd voor de tweede wereldoorlog al veel gedaan. In geval van een storing kon men elkaar steunen, zodat de elektrische energie voorziening aan de gebruikers geen hinder ondervond. De plannen om grote stedelijke centrales op 150 kV niveau te koppelen kwamen rond 1930 al op. Dit 150 kV koppelnet begon in de 50-tiger jaren het karakter te krijgen van een transportnet. Het verbruik van elektrische energie bleef maar stijgen en een volgende stap was dus nodig.
Het hing al enige tijd in de lucht. De S.E.P. ( de voorloper van TenneT ) wil een 380 kV net bouwen. Dit 380 kV net moet de bestaande 150 kV en 220 kV netten koppelen, maar ook de elektriciteits centrales die verspreid staan over het land. Dit 380 kV net bestrijkt niet alleen heel Nederland, maar maakt ook koppelingen mogelijk met België en Duitsland.
Smit ging zich al in een vroeg stadium voorbereiden, want dit is een grote sprong in transformatortechniek, namelijk van 220 kV naar 380 kV. Smit was al op volle snelheid bezig toen begin 1966 de opdracht binnenkwam. Wat moet je allemaal niet technisch onderzoeken om deze sprong mogelijk te maken en hoe verliep die sprong. Wat leverde al die technische onderzoeken nog meer op, want de spin off van zo’n project is vaak heel groot. Smit is na dit succes gepromoveerd naar de eredivisie van de 400 kV transformatorfabrikanten en dankzij de resultaten van al dit werk draait Smit nog steeds mee in de top van deze eredivisie. Er ligt een nieuwe markt open met veel technische uitdagingen.
In een eerder verhaal van Erik de Vries is al aandacht besteed aan dit project en de rol van Smit Transformatoren hierin. (1966 start bouw landelijk koppelnet 380 kV.) Dit onderstaande verhaal kijkt vanuit een technische invalshoek.

Een één fase transformator uit 1968-JoopKuipers-HR
Een één fase transformator van Smit uit 1968, bron collectie Joop Kuipers.

Hoe doen anderen het?

Ontwikkelen begint altijd met de vraag: Hoe doen anderen het? Je maakt eerst een overzicht van ontwerpgegevens en constructiedetails uit de literatuur. Die meeste literatuur was van west Europese transformatorfabrikanten, die zo hun technische kunde lieten zien aan potentiële klanten. In die tijd waren en in Europa nog veel fabrikanten van grote transformatoren. Het aantal fabrikanten in Europa is tegenwoordig veel kleiner door de vele fusies en reorganisaties. Het merendeel van de ontwerpen in de literatuur waren eenfase transformatoren en de regeling van de spanning werd meestal gedaan met een aparte regeltransformator. Dit onderzoek is uitgevoerd door Frank den Outer, technische specialist bij Smit. Tegenwoordig noemen we zoiets een marktonderzoek.


Wat wil de klant precies?

De opbouw van het Nederlandse elektriciteitsnet vereiste echter een totaal ander ontwerp. De afzonderlijke 150 kV netten zijn indirect geaard en het 380 kV net wordt niet bij elke transformator direct geaard. Er kunnen dus hoge spanningen op de sterpunten komen bij eenfase kortsluitingen in het net. De sterpunten van de 150 kV en 380 kV wikkelingen moeten dan ook met hoge spanningen beproefd worden. Een aparte regeltransformator is, praktisch gezien, niet meer mogelijk.

Lees meer

Transformator olie - een product in ontwikkeling dat steeds geraffineerder wordt

Transformatorolie 

1 Inleiding

Olie is een belangrijke vloeistof. We kennen de aardolie die gewonnen wordt op veel plaatsen in de wereld. We kennen ook de olie die gewonnen wordt uit planten, zoals zonnebloemen en noten. Wil je de olie met de juiste eigenschappen hebben, dan moet je de olie raffineren. In dit verhaaltje wil ik me beperken tot transformatorolie. Transformatorolie wordt gewonnen uit aardolie, het milieuaspect is dus een minpunt. Transformatorolie moet aan heel veel eisen voldoen en dat vereist een complex raffinageproces. Een overstap naar ander soort olie is dus niet zo simpel en vereist veel ontwikkelingswerk.

Sinds een aantal jaren is er ook transformatorolie op basis van planten zoals zonnebloemen. Het milieuaspect en de geringe brandbaarheid zijn grote pluspunten, de stroperigheid en de werking als smering zijn helaas minpunten. Het gebruik van deze “groene” olie bij nettransformatoren neemt snel toe en de grote transformatoren zullen in de toekomst zeker volgen. Transformator is ook te maken uit aardgas. Je kunt de aardgasmoleculen als een soort bouwsteen gebruiken om complexe moleculen te maken (synthetiseren noemen ze dat ). Deze olie is zuiverder dan de olie die geraffineerd is uit aardolie.

Je ziet: "Er zit meer in olie dan je denkt".

Smit deed in het verleden heel veel materiaalonderzoek. Het onderzoek varieerde van röntgenonderzoek van lassen voor Smit Weld, hittebestendigheid van metalen voor Smit Ovens, isolatielakken voor Smit Draad en olieonderzoek voor Smit Transformatoren. Smit moest veel meetmethodes en meetapparaten zelf ontwikkelen, net zoals veel andere bedrijven in Nederland. Die apparaten waren ook nodig voor kwaliteitscontroles tijdens het productieproces. Tegenwoordig zijn veel metingen gestandaardiseerd via internationale normen. Meetapparatuur is daardoor nu “gewoon” te koop.

2 Waarom zit er eigenlijk olie in een transformator?

De elektrische isolatiewaarde van olie is ca 20 keer hoger als die van lucht. Een isolator-ketting aan een 150 kV hoogspanningsmast heeft een lengte van 1,5 meter. Een 150 kV wikkeling onder olie behoeft maar een afstand van 0,07 meter. Je hebt dus een hoge isolatiewaarde nodig om de afmetingen van de transformator te beperken.
De kern en wikkelingen moeten gekoeld worden. Koeling met vloeistoffen gaat veel beter dan met lucht, dus nog een reden om voor olie te kiezen.

Maar elk voordeel heeft zijn nadeel. De olie moet aan veel eisen voldoen, zowel aan het begin van zijn leven als na 30 jaar. De olie moet goed blijven en mag chemisch niet veel veranderen. De olie mag dus niet veel verouderen. Dit alles stelt hoge eisen aan de olie zelf, maar ook aan de productieprocessen in de fabriek. Ik zal dat verderop in het verhaal toelichten.

 

Er zijn wel transformatoren met lucht als isolatie. Droge transformatoren werden ze genoemd. Ze zijn wat duurder dan de olie gevulde en hebben wat meer verliezen. Ze worden gemaakt tot een hoogste netspanning van 36 kV. Ze worden veel gebruikt waar men zeker geen olie wil hebben. Je moet dan denken aan de energievoorziening in wolkenkrabbers, grote hijskranen, aan boord van schepen maar ook in windmolens. 

Lees meer

Stoomdynamo voor elektrische centrale Roosendaal (1907)

In 1906 leverde Smit Slikkerveer stoomdynamo's en de elektrische installatie (schakelborden) voor de elektrische centrale in Roosendaal. Hieronder enkele prachtige foto's van de machine hal. Wie heeft meer informatie over de elektrische centrale in Roosendaal ? Graag reacties onderaan dit artikel.

 
Elektrische centrale Roosendaal met stoommachines van Smit Slikkerveer (1907)


Hoofdschakelbord elektrische centrale Roosendaal (1907) 

De ontwikkeling van de stoomdynamo bij Smit Slikkerveer begint in 1884. In dat jaar krijgt Willem Smit het voor elkaar om een dynamo zo aan te passen dat de deze rechtstreeks op de stoommachine aangesloten kan worden. Het anker van de dynamo was zo groot gekozen dat het tevens kon dienen als vliegwiel. Deze ontwikkeling was in die tijd uniek en zelfs in het buitenland niet bekend. Willem Smit krijgt veel bekendheid door de vele publicaties in het blad "Engineering" uit Londen na een patent aanvraag.


Stoomdynamo van Smit uit 1885

In het archief van Smit Slikkerveer vonden we nog enkele foto's van verschillende typen stoomdynamo's die tussen 1907 en 1910  werden gemaakt en die zijn vrijwel identiek aan de eerste foto. 


Reclamefoto stoomdynamo's gemaakt bij Smit Slikkerveer tussen 1907 en 1911

Stoommachines van Smit Slikkerveer uit 1911. Bron: De Ingenieur.


Stoomdynamo Smit Slikkerveer gemaakt tussen 1905 en1912.

Bron: Archief van Brush HMA Ridderkerk, Geheugen van Nederland, de Ingenieur. 

Zie hieronder (PDF) ook de prachtige beschrijving van Marius Broos over de geschiedenis van elektriciteitscentrale Roosendaal uit 1907 (Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen op het station Roosendaal), waar Smit Slikkerveer de stoomdynamo's leverde.

https://mariusbroos.nl/Elektriciteitscentrale.pdf

Lees meer

Bedrijfsschool Royal Smit Transformers (1951 - heden)

Van collega Paul Klein Schiphorst ontving ik onderstaand artikel uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw toen Smit Transformatoren nog een eigen bedrijfsschool had waar interne opleidingen werden gegeven. Anno 2014 is er nog steeds een bedrijfsschool.

De opleiding van jongeren bij Smit Transformatoren begint in 1946 enige structuur te krijgen, we gingen er toen toe over om het leerlingenstelsel van Bemetel in te voeren. De ambachtsschool in Nijmegen was in de oorlog zwaar beschadigd, zodat wij tot 1948 moesten wachten voordat we de eerste leerlingen met een vooropleiding binnen kregen. Van 1946 tot 1948 hebben we noodgedwongen jongens zonder enige vooropleiding in onze werkplaatsen het vak geleerd.
Bedrijfsschool Smit Transformatoren (1983-1985)

Bron: Paul Klein Schiphorst / Gelderlander (1985 - 1986)

In 1951 zijn we begonnen om op bescheiden schaal een eigen bedrijfsschool op te richten. Deze bleek vele jaren later zo’n groot succes te worden dat we er zelfs internationale prijzen mee in de wacht sleepten. Hieronder een foto van de eerste 10 leerlingen van de bedrijfsschool van Smit. Dit waren de eerste 10 geselecteerde  leerlingen van de Ambachtschool. Het rapport gemiddelde moest over het laatste jaar gemiddeld een 7 zijn. 

eersteleerlingenbedrijfsschoolsmit1951
Bedrijfsschool Smit Transformatoren in 1951.  


23-5-1956 bedrijfsschool Smit Transformatoren. Leerlingen houden zich bezig met het fijnsnijden van ingezameld brood. Bron: Nijmeegsch Dagblad.

 

Tussen 1951 en 1955 bevond de bedrijfsschool zich op een andere locatie, namelijk het kantoor wat vòòr 2001 het kantoor van Willem van Wely was + productieplanning van Masseling en de ruimte waar Reinout La Grouw i.C.T. de scepter zwaaide. Daarna verhuisde men naar de Groenestraat 249 in Nijmegen.

De leerlingen op de verzamelfoto zijn staand op een kistje van links naar rechts:

1 = Frits Kunst heeft na de bedrijfsschool in de kwaliteitsdienst Mech. Bew. gewekt tot ong. 1960 daarna naar Hyster gegaan heeft in Ierland en Schotland gewerkt was de laatste 10 jaar van zijn werkzaam leven Technisch Directeur Hyster Nijmegen, zijn baas was Haalmeijer. Frits is in januari 2014 overleden.

2 = Jan v.d Heuvel is verkoper geworden in de Benelux van Machines en Gereedschappen heeft jaren bij Gibas A'dam gewerkt.

3 = Willem van Wely, heeft na de Bedrijfsschool een 2 jarige opleiding gedaan bij T.N.O. Delft als Verspaningsdeskundige, daarna bij Bosboom en Hegener in A,dam een opleiding gedaan als Arbeidsanalist kwam als 20 jarige terug naar Smit, waarna hij vele leidinggevende functie's beklede is in 2001 als productieleider grote Transformatoren met pensioen gegaan, heeft er 50 jaar gewerkt.

4 = Peuki van Koolwijk klein manneke zijn vader was voorman in de kastenmakerij, is na de bedrijfsschool naar de marine gegaan heeft daar als Adelborst onder Jan Wildeboer gedient Peukie is in 1980 overleden.

Lees meer

Uit de oude doos van Smit Weld (1932-1946)

Gevonden in het grote archief van Lincoln Smit Weld. Een aantal foto's vanaf 1932 tot 1946. 

 

Zoekplaatje 15

Kantoorpersoneel 1946 Smit Las

De Doperij Smit Elektrodenfabriek 1936

Expeditie Smit Elektrodenfabriek 1946

 

 

Periodieke mededelingen 1939 met handgeschreven tekst.

Lees meer

Smit Slikkerveer op de Wereld tentoonstelling in Parijs (1900)

Wereldtentoonstelling Parijs 1900
Grote machinehal Wereldtentoonstelling Parijs 1900Van 15 april tot 19 november 1900 werd de Wereldtentoonstelling in Parijs gehouden. De "Exposition Universelle". Men vierde wat men had bereikt in de afgelopen jaren en nieuwe technische ontwikkelingen werden gepromoot door deze "Exposition Universelle" met 76000 exposanten op een gebied van 1.2 vierkante kilometer. Meer dan 50 miljoen bezoekers namen een kijkje bij deze tentoonstelling.

Nieuwe snufjes waren toen o.a. de roltrap en er werden voor het eerst filmopnamen gemaakt (met geluid) door Edison. In een prachtig decor van Jugendstil was ook een grote Nederlandse delegatie uitgenodigd. Twee Nederlandse fabrieken, Stork en Smit Slikkerveer  hadden een speciale opdracht meegekregen. Zij moesten samen het elektriciteitsgebouw op deze tentoonstelling verlichten. Stork leverde de stoommachine en Willem Smit de stoomdynamo en elektromotoren.

Willem Benjamin Smit in 1888Willem Smit kreeg met deze opdracht de erkenning voor zijn pionierswerk én men had nu ook internationaal aansluiting gekregen. Na afloop ontving hij de "Medaille D'or". In hetzelfde jaar werd hij ook nog Ridder in de orde van Oranje Nassau. Verder in dit artikel zie je een foto van deze oorkonde, samen met een unieke foto van de machines van Smit, die tevoorschijn kwamen tijdens het inscannen van een grote hoeveelheid oude glas negatieven uit het archief van Brush Ridderkerk. Place d'electricité (de grote machinehal)

Lees meer: Smit Slikkerveer op de Wereld tentoonstelling in Parijs (1900)

Schrijf reactie (0 Reacties)

130 jaar elektrische straatverlichting in Nederland (Nijmegen 1886 - 2016)

Tuimellantaarn Nijmegen 1886 (pentekening Willem Benjamin Smit)Op 01-07-2016 was het exact 130 jaar geleden dat de elektrische straatverlichting in Nijmegen in gebruik werd genomen. Willem Smit had eerder dat jaar in Kinderdijk al de eerste openbare Nederlandse elektriciteitscentrale aangelegd met 350 aansluitingen naar fabrieken en particulieren, direct gevolgd door Nijmegen.

Elektrische straatverlichting in Nijmegen
Nijmegen was dus enkele maanden later aan de beurt. Willem installeerde zijn tuimellantaarns, die voorzien waren van een voor die tijd unieke constructie die men kon tuimelen zodat de koolspitsen in de booglamp vervangen konden worden nadat ze waren opgebrand, hetgeen dus zeer frequent moest gebeuren. Nijmegen was daarmee de eerste gemeente met een (piepkleine) elektriciteitscentrale, die uitsluitend stroom leverde voor de straatverlichting (dus niet aan particulieren of fabrieken). Het moet in die tijd een prachtig gezicht geweest zijn om de Waalkade elektrisch verlicht te zien.

Booglamp W. Smit 1893

De koolspitslamp, ook wel koolstaaf booglamp genoemd, wordt gezien als de voorloper van de gloeilamp. Het licht dat deze lamp verspreidt, komt tot stand door een continue vonkoverdracht tussen twee elektroden van geperst koolpoeder. Dit principe lijkt een beetje op elektrisch lassen. De verblindende straal wit licht was zo fel dat de lamp eigenlijk alleen geschikt was als pleinverlichting of als zoeklamp voor schepen.

Toen Edison de gloeilamp uitvond (1879) kwam pas de echte vooruitgang tot stand op het gebied van verlichting. Deze werd ook door Willem Smit toegepast, maar rond 1886 was de booglamp (met name voor buiten verlichting) met zijn grote licht opbrengst nog altijd praktischer en goedkoper dan een oplossing met een groter aantal gloeilampen met ieder een geringere lichtopbrengst.Dit ondanks het feit dat Nijmegen in die tijd de gloeilampenstad van Nederland was met meerdere gloeilampenfabrieken.

Willem Smit verkocht in deze jaren ook gloeilampen aan een zekere A.F. Philips, enkele jaren voordat Philips werd opgericht in 1891 en zij de gloeilampen industrie overnamen. Anton Philips herinnerde zich nog een order van 2 x 50 lampen die in 1895 weer bij Willem Smit besteld werden. In het prille begin van Philips was Willem Smit dus hun huisleverancier voor gloeilampen.

Lees meer: 130 jaar elektrische straatverlichting in Nederland (Nijmegen 1886 - 2016)

Schrijf reactie (6 Reacties)

130 jaar elektriciteit in Nederland (Kinderdijk 1886 - 2016)

Willem Benjamin Smit in 1888Op 19-04-2016 was het precies 130 jaar geleden dat de eerste openbare elektriciteitscentrale van Nederlands fabricaat van start ging ( de N.V. Electrische Verlichting Kinderdijk). De oprichter was Willem Benjamin Smit. Nadat Willem enkele jaren daarvoor (1881) een verlichtingsinstallatie had gebouwd voor de fabriek van Diepeveen, Lels en Smit, wilde de directeur ook elektriciteit in zijn eigen huis. Dit wekte grote belangstelling bij andere fabrikanten, want zij wilden ook hun olielampen vervangen door elektrisch licht. In 1884 werd Willem gevraagd om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een elektrische centrale in Kinderdijk. 

Eerste Nederlandse wisselcentrale Kinderdijk 1886

De elektrische centrale Kinderdijk (1886). Bron: Brush Ridderkerk, Deze centrale bestaat niet meer. Ergens in de zestiger jaren van de vorige eeuw is het pand gesloopt.  

Zo ontstond het idee om een elektrische centrale te bouwen die niet alleen aan fabrieken, maar ook aan particulieren stroom zou kunnen leveren. De begroting kwam uit op HFL 26000,- en het kapitaal werd verstrekt door Jan Smit V die we later tegen komen. Hij verstrekte een lening tegen 3.5 % rente en de eerste elektriciteitscentrale in Nederland, de "N.V. Electrische Verlichting Kinderdijk" was een feit.

Naar de elektrische centrale van Thomas Edison
In 1884 ging Willem met een door hem zelf (elektrisch) verlicht schip van de Holland-Amerika lijn naar de Verenigde Staten (New York) om daar de eerste elektrische centrale van Thomas Edison ( The Edison Electric lluminating Company) te kunnen aanschouwen die al in 1882 "het licht" zag. De ervaringen die hij daar opdeed paste hij toe bij de centrale in Kinderdijk.

1882 Edison 640px-Thomas Edison2
Links:  The Edison Electric lluminating Company, rechts:  Thomas Edison (Bron: Wikipedia).

Lees meer: 130 jaar elektriciteit in Nederland (Kinderdijk 1886 - 2016)

Schrijf reactie (11 Reacties)

Dansen in schuilkelders bij Willem Smit & Co's Transformatoren fabriek (1940-1945) Johanna Wycoff-de Wilde

Johanna Wycoff - de Wilde

Begin 2010 vond ik bij toeval de website "Dancinginbombshelters.com" en zag de beschrijving van een dagboek dat zich grotendeels afspeelde bij Smit Transformatoren. Daarop heb ik de Engelse versie van het boek gekocht en per mail contact gezocht met Johanna. Zo ontstond dit artikel.

Later vond Johan van Asten de link naar mijn website op dancinginbombshelters.com en hij bracht dit boek onder de aandacht bij een Nijmeegse uitgeverij (QV uitgeverij) die het boek onlangs uitbracht in het Nederlands.
Het meeste wat er in dit artikel staat is bijna 1 op 1 overgenomen van wat Johanna mij per mail toestuurde, soms zien we dan ook grappige Amerikaans/Nederlandse woorden ontstaan. Hieronder het verhaal.

Foto rechts: Johanna rond 1940. Bron: dancinginbombshelters.com

The Google translation is far from perfect, but the quickest way to translate this article

Een korte beschrijving van Johanna's tijd bij Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek.

Johanna de Wilde was een van de drie "De Wilde zusjes" die samen met nog 2 zwagers werkten bij Willem Smit & Co's Transformatoren fabriek tijdens de tweede wereldoorlog. Zij hield een dagboek bij van haar belevenissen in WO II tussen haar 14e en 19e jaar. Dit boek is onlangs gepubliceerd en  uitgekomen in meerdere landen en nu ook in Nederland. Het boek speelt zich grotendeels af in de fabriek van Smit. Ik heb dit zeer interessante boek gelezen en kon veel namen koppelen aan foto's die ik gevonden heb in het archief van Smit Transformatoren.

Het is niet mijn bedoeling om het dagboek Dancing in bombshelters"  te gaan beschrijven, dat boek moet je gewoon zelf lezen en het is zeker een aanrader, vooral voor de mensen uit Nijmegen en omstreken die de oorlog hebben meegemaakt, maar ook voor iedereen die nog nooit een oorlog heeft meegemaakt. Ik heb fotomateriaal naar Johanna gestuurd en dat maakte veel reacties los, vooral ook omdat de namen die in haar dagboek genoemd worden ook deels tot leven komen door de foto's.

Aan de slag bij Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek
Johanna komt uit een gezin met 10 kinderen en haar vader werkt als journalist bij de Nijmeegsche Courant. Het verhaal begint bij haar oudste zus, Miep (Mientje) de Wilde. Zij begint in 1938 bij Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek. Zij krijgt een baan bij de administratie. In 1941 wordt ook Johanna (ook wel Annie of Hannie) de Wilde aangenomen bij de administratie van Willem Smit, nadat haar school (Mulo aan de Dobbelmanweg) gesloten wordt vanwege de opslag van oorlogsmateriaal. Daarmee is de datering van onderstaande prachtige foto zeker 1939/1940.

In mei 2010 kreeg ik een email van Johanna terug n.a.v. een vraag die ik had gesteld en onderstaande groepsfoto die ik had opgestuurd. Ik dacht dat Johanna op die foto te zien was, maar dat bleek Miep de Wilde te zijn, haar zus. Hieronder een deel van die email.

Hi Rudo,
Kistje resistence elektroden van de Smit ElektrodenfabriekWat ontzettend enig die photo die je hebt gevonden maar het zit iets anders want het is mijn zusje Miep de Wilde en de mensen die er op staan waren allemaal van het kantoor in de Groenestraat van de transformatoren fabriek en ik denk 1940, want ik begon in 1941 daar met dezelfde mensen. Kan het hier om een jubileum gaan? De naam van die vrouw Hendriks is Saar (vrouw met bril direct boven Miep de Wilde) en die heeft me in de oorlog geholpen met een half stukje koek in staat in het boek. Als je op de draadfabriek gewerkt hebt was daar niet ene Dr.Stork die een electrode uitgevonden had en in de oorlog de naam gaf van "resistance"? Die staat ook in het boek en vele andere namen. Ik wil U bedanken voor het zoeken van die foto's en zoals ik beloof hebt zal er meer vinden.

Lees meer: Dansen in schuilkelders bij Willem Smit & Co's Transformatoren fabriek (1940-1945) Johanna...

Schrijf reactie (15 Reacties)

Historische nieuwsflits

Reclame Smit Slikkerveer in the Railway Gazette (1956)

Onderstaande reclame van Smit Slikkerveer stond in 1956 in the Railway Gazette, een Brits tijdschrift over de spoorwegen.

1956-reclameSmitSlikkerveer

Bron: HHG

Schrijf reactie (0 Reacties)

Vervoer van een kleine transformator van Smit naar Langerak (1913 - 1920)

Vervoer van een Smit transformator naar een transformatorhuisje in Dordrecht (1913 - 1921)Onderstaande prachtige foto betreft het vervoer van een kleine transformator van Willem Smit & Co's transformatorenfabriek naar een transformatorhuisje van het Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf Dordrecht (G.E.B.D.) aan de lekdijk nummer 17 te Langerak /Gemeente Liesveld (met dank aan Ton Waalboer voor zijn speurtocht naar de locatie van dit transformatorhuisje).

Het gaat hier om een driefasen olie-nettransformator 20 kVA, 12.500 / 380 Volt. Deze 380 Volt kan ook 210 volt geweest zijn dat is op de foto niet te zien, 380 Volt acht ik echter het meest waarschijnlijke. De datering is tussen 1913 - 1920.

1921-vervoerDordtsekill

Het aardige van de foto is dat de laagspanning lijn ( 380 Volt) die uit het trafo-huisje komt, goed te zien is. De straatverlichting ook goed op de foto te zien is direct aangesloten op deze lijn, waarschijnlijk zat er een lijn speciaal voor de straatverlichting aan die ingeschakeld werd in het trafo huisje, dus als het donker werd moest iemand daar de knop omzetten.  

Vervoer van een Smit transformator naar een transformatorhuisje in Dordrecht (1913 - 1921)

Als we kijken naar de isolatoren op de transformator zijn die identiek aan de isolatoren op de foto hieronder die gemaakt zijn bij Willem Smit & Co's transformatorenfabriek in de twintiger jaren. De transformator is 100% fabrikaat Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek. 

Erik de Vries / Rudo Hermsen.

Plaatsen van isolatoren bij Smit (1926)
Plaatsen van isolatoren Willem Smit & Co's Transformatorenfabriek (1926)

Trafohuis aan de Lekdijk (rijksmonumenten.nl).

Bron: Archief Smit Transformatoren.

Schrijf reactie (2 Reacties)

Bedrijfsfilm videobox

Cloud tag

Laatste artikelen

Laatste reacties

      LEES MEER

Wie is online

We hebben 282 gasten en geen leden online

Statistieken

Aantal bekeken pagina's
11081075
DMC Firewall is a Joomla Security extension!